top of page

Tak

Studio Trezoor © Caya Yama Illustraties

Er was eens een jongen die Tak werd genoemd.

Hij was een heel bijzondere jongen.

Sommigen vonden hem raar.

 

Tak bewoog nogal houterig. Hij liep traag

en hakkelig. Soms struikelde hij

over zijn eigen voeten.

 

Zijn haren veranderden mee met de seizoenen.

In de zomer had Tak een gouden kruin, in de herfst kleurde

zijn haar geel en bruin, in de winter was het

dun en dof en in de lente werd

het … groen!

​

Maar het meest bijzondere aan Tak

was iets waar hij zelden over sprak.

Het had te maken met zijn wortels.

Die had hij niet …

 

Tak had geen papa en geen mama,

geen opa en geen oma …

Tak had niemand en

toch was hij er.

​

Natuurlijk wilde hij dolgraag weten waar hij vandaan kwam.

Hij kon toch niet zomaar uit de lucht zijn gevallen?

 

Of toch? Tak piekerde en peinsde,

maar een antwoord vond hij niet.

​

Na een tijdje deed zijn hoofd zo’n zeer van al

dat denken dat hij een eind ging lopen.

 

De frisse lucht deed hem goed.

Tak liep en liep en liep …

Zó lang, dat zijn benen

begonnen te kraken

en te piepen.​

Tak was moe en somber. Hij zuchtte.

Toen leunde hij tegen een grote oude eik.

 

‘Is er iets, jongen?’ klonk plots een zware stem.

Tak schrok. Hij keek om zich heen,

omhoog en omlaag.

 

Er was niemand.

​

​‘Hierzo,’ zei de stem, ‘de boom die je steunt.’

Tak keek recht vooruit. Inderdaad, de eik had een

mond, en een neus, en twee ogen die hem aankeken.

‘Ik hoorde je zuchten,’ zei de boom. ‘Waarom deed je dat?’

 

Tak brak. Dikke tranen rolden over zijn wangen.

‘Ik ben op zoek naar mijn wortels, maar ik kan ze niet vinden,’

zei hij snikkend en snotterend. ‘Misschien heb ik helemaal geen wortels!’

‘Sst,’ ruiste de eik. ‘Rustig maar, jongen. Iedereen heeft wortels.

Misschien zijn jouw wortels net zoals de mijne …’

​

Tak keek de boom met natte ogen aan.

‘Ik heb ook wortels,’ zei de eik.

‘Kijk maar. Je staat erop.’

Tak keek omlaag. Onder zijn voeten

zag hij niets dan bladeren.

 

‘Je ziet mijn wortels niet,’ zei de eik, ‘maar ze zijn er wel.’

​

Het was waar.

Toen Tak de bladeren opzij schoof,

zag hij de dikke wortels van de boom de grond ingaan.

 

‘Dat geldt vast ook voor jou,’ ging de eik verder

‘Ook jij bent ergens mee verbonden.

En door op mijn wortels te staan,

ben je nu verbonden met mij.’

​

Tak veegde de tranen uit zijn ogen.

Eindelijk wist hij waar zijn wortels waren …

 

… diep verankerd in de grond.

 

Toen omhelsde Tak de eik zo stevig, dat hij erin opging.

Hij voelde zich gelukkig, licht en buigzaam.

Hij danste in de wind, zonder over

zijn voeten te struikelen.

 

Tak hoefde zich niet meer te schamen

voor zijn houterigheid en voor

zijn veranderende haren.

​

Tak was niet raar.

Tak was…

 

Tak.

Studio Trezoor © Caya Yama Illustraties

Bedankt voor je bericht!

Contact

Ben je nieuwsgierig geworden of wil je samen toveren? Laat het me vooral weten. Ik

stuur altijd een berichtje terug.

+31 (0)6 25220005

ontwerp en tekst © 2015-2024, Patricia Pisters | credits & disclaimer

bottom of page